У нас вы можете посмотреть бесплатно Universiteit Utrecht | Van moetivatie naar motivatie или скачать в максимальном доступном качестве, которое было загружено на ютуб. Для скачивания выберите вариант из формы ниже:
Если кнопки скачивания не
загрузились
НАЖМИТЕ ЗДЕСЬ или обновите страницу
Если возникают проблемы со скачиванием, пожалуйста напишите в поддержку по адресу внизу
страницы.
Спасибо за использование сервиса savevideohd.ru
Kinderen willen van nature de wereld ontdekken en nieuwe dingen leren. Uit onderzoek blijkt dat naarmate kinderen ouder worden hun motivatie voor school daalt. Deze maakt plaats voor moetivatie, het gevoel dat je moet leren. In dit filmpje leggen we uit hoe je als docent kunt zorgen voor motivatie, in plaats van moetivatie. --- Tekstschrijver: Hannah Tekenaar: Yara Editor: Rosalie Projectplanner: Violet Vragen of meer weten? ☏ 020-2617491 ✉ [email protected] www.bordenstift.nl --- Intrinsieke motivatie is leren omdat je plezier hebt in leren of wanneer je ziet dat het belangrijk is voor nu en voor de toekomst. Het is leuk, interessant of belangrijk. Extrinsieke motivatie, of moetivatie is leren omdat het moet. Je doet het voor de beloning. Bijvoorbeeld voor een cijfer, de goedkeuring van je ouders, omdat het moet van de docent of omdat je je schaamt als je niet leert. Het gaat hierbij om druk van buitenaf of vanuit jezelf. Bij moetivatie stopt de wil om te leren zodra de beloning of verplichting wegvalt. Er zijn verschillende manieren om als docent een klimaat te creëren waarin de intrinsieke motivatie in plaats van de moetivatie van leerlingen wordt gestimuleerd. In dit filmpje bespreken we drie praktijkprincipes waarmee docenten zo’n klimaat kunnen scheppen. Ieder kind wil op zijn of haar eigen manier de wereld ontdekken en nieuwe dingen leren. Door leerlingen deze ruimte te bieden wordt de intrinsieke motivatie gestimuleerd. Dit kan op vier manieren: 1. Aansluiten bij de belevingswereld: Door aan te sluiten bij het dagelijks leven en de interesses van leerlingen en ze te laten zien waarom iets belangrijk voor hen kan zijn, wek je interesse en laat je leerlingen nadenken over het doel en het nut van de leerstof. 2. Informatieve taal in plaats van dwingende taal gebruiken Bevelen zoals “Jullie moeten nu aan de slag!” roepen moetivatie op. Informatieve taal zoals “Als we nu aan de slag gaan met deze opdracht, leren we hoe we dit kunnen toepassen.” geven inzicht in de verwachting van de docent en het nut voor de leerling. 3. Betekenisvolle keuzes Door keuzes te bieden, ervaren leerlingen autonomie. Dit kan door leerlingen te laten kiezen een deel van de instructie te volgen, of keuzes te bieden in de manier van aanpak, partner, volgorde of tijdstip. Onbeperkte keuzevrijheid kan verlammend werken, daarom is het belangrijk leerlingen hierbij te ondersteunen en de geboden keuzes te beperken. 4. Weerstand erkennen Als leerlingen niet willen is het aantrekkelijk om te zeggen dat het moet. Dit roept echter vooral moetivatie en mogelijk zelfs weerstand op. Door te luisteren naar de leerlingen, en hun gevoel van weerstand te erkennen, voelen leerlingen zich gehoord. Dit is iets anders dan toegeven aan de weerstand. Om ervoor te zorgen dat kinderen de wereld willen en kunnen ontdekken, hebben ze structuur en vertrouwen nodig. Hierdoor weten leerlingen wat er van ze verwacht wordt en voelen ze zich competent. En dat is weer hartstikke belangrijk voor de motivatie. Docenten kunnen hier op drie manieren aan bijdragen. 1. Structuur bieden met autonomie Dit betekent dat je met leerlingen duidelijke grenzen en regels afspreekt en dat ze inhoudelijk begeleid worden bij het leren. Zo weten leerlingen wat er van ze verwacht wordt. 2. Differentiëren in de mate van structuur De ene leerling heeft meer structuur en begeleiding nodig dan de andere leerling. Klassen zijn vaak divers, met leerlingen met verschillende prestatieniveaus en achtergronden. Daarom is het belangrijk dat de wijze van structuur aangepast is aan het niveau en de behoeften van de leerling. Bijvoorbeeld door leerlingen een stappenplan aan te bieden dat ze mogen gebruiken bij hun opdrachten. 3. Door ten slotte vertrouwen en hoge verwachtingen naar alle leerlingen uit te spreken groeit het geloof in hun eigen kunnen. Dit motiveert leerlingen om te willen leren. In een prestatiegerichte klas gaat het om toetsen en cijfers en onderlinge competitie. Dit zorgt ervoor dat leerlingen vooral extrinsiek gemotiveerd zijn (moetivatie) en beter willen presteren dan anderen, terwijl leerlingen meer plezier en voldoening ervaren als ze leren om beter te worden dan ze waren. In een leergerichte aanpak staat beter worden dan je was voorop. Deze aanpak kenmerkt zich door twee aspecten. 1. Toetsen en cijfers worden gezien als middel om te leren en niet als doel op zich. 2. Benadrukken van vooruitgang en inzet.